Tien cijfers over fietsparkeren aan Nederlandse treinstations


  • 40 procent van de Nederlandse treinreizigers komt met de fiets naar het station.
  • Er zijn in totaal 535.000 fietsparkeerplaatsen verdeeld over 860 stallingen aan 400 stations.
  • Van de 860 stallingen bevinden zich er 749 op het maaiveld, terwijl enkele tientallen ondergronds zijn. Daarnaast zijn er negen fietsflats in Nederland.
  • De kleinste stalling biedt plaats aan zestien fietsen, terwijl de grootste, gelegen bij het station Utrecht, ruimte heeft voor 12.500 fietsen.
  • Het Rijk zal tussen 1999 en 2030 ongeveer 550 miljoen euro geïnvesteerd hebben in fietsparkeervoorzieningen bij stations. Het regeerakkoord Rutte IV voegde daar nog eens 50 miljoen euro aan toe.
  • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor 60 procent van de investeringen in fietsparkeren aan stations, terwijl ProRail 40 procent voor zijn rekening neemt. Het aandeel van de gemeenten is sinds het begin van de eeuw fors toegenomen.
  • Bij gebouwde voorzieningen zoals kelders, flats, gebouwen op het maaiveld, dragen gemeenten ook 60 procent van de beheerskosten en 2/3 van de exploitatietekorten.
  • De exploitatie van de stallingen wordt verzorgd door de Nederlandse Spoorwegen via een vervoersconcessie. De lokale overheden staan in voor de handhaving op het openbaar domein.
  • Volgens prognoses van ProRail (de Nederlandse spoorwegbeheerder), in samenwerking met de gemeenten, moeten er tegen 2040 ruim 100.000 extra fietsparkeerplaatsen bij komen.
  • Aan een kwart van de stations zijn momenteel werkzaamheden bezig om het aantal fietsparkeerplaatsen uit te breiden.

Dit vind je zeker ook interessant

Artikel

Modernisering van fietskluizen aan Nederlandse stations

Artikel

Fietsparkeren in Eindhoven: van beleid tot praktijk

Nieuws

Stad Gent voert als eerste “flexparkeren” in