Hoe de Franse mobiliteit verandert na 11 mei (COVID-19)
Frankrijk is sinds 17 maart 2020 in een strenge lockdown. Daardoor verminderde het wegverkeer met 40%. De Fransen kozen massaal voor wandelen en fietsen voor een deel ook om het openbaar vervoer te vermijden, waar social distancing moeilijker is. In heel Frankrijk nemen steden en gemeenten nu extra maatregelen en initiatieven om de mobiliteit post-Covid vorm te geven.
650 km extra fietswegen
Zeker fietsen vormt een effectief alternatief voor verplaatsingen die vroeger met het openbaar vervoer gebeurden. De Parijse burgermeester Hidalgo neemt al langer het voortouw in een modal shift. Zo introduceerde ze in haar stad ‘Le Paris du ¼ heure’ voor korte afstanden. De grootstedelijke regio rond Parijs (Ile de France) stoomt intussen een regionaal netwerk klaar van nood-infrastructuur voor voetgangers en fietsen. De regio investeert 300 miljoen in 650 km extra fietsinfrastructuur. Parijs stad doet daar nog eens 150 km pop-up paden bovenop. Voor deze extra fietspaden wordt de wegcapaciteit voor auto’s verminderd. Centraal staan de routes die in de schaduw van de drie belangrijkste metrolijnen zullen lopen. Ze moeten de verwachte 1,9 miljoen verplaatsingen, die straks niet door telewerken opgevangen worden, richting fiets (en te voet) sturen.
Een expertenpanel o.l.v. CEREMA zal verder helpen bij de nationale uitrol van de noodinfrastructuur in de periode na de lockdown. Naast de fietsinfrastructuur krijgen ook fietsparkeren, fietsherstellingen (via bonnen van 50€), fietstrainingen voor twijfelaars en stimulerende maatregelen van bedrijven financiële steun.
Pendelen met auto gelimiteerd
Telewerken blijft de norm voor wie kan. Parijs was voor Corona al druk bezig met de voetafdruk van de auto te reduceren. En het gebruik ervan wordt nu nog verder ontraden. Wie met de auto komt van buiten een periferie van 100 km zal een speciale (nationale), door het Ministerie uitgereikte, vergunning nodig hebben.