Mobipunten worden Hoppin


Met Hoppin creëert Vlaanderen een nieuw mobiliteitsmerk voor combimobiliteitCombimobiliteit moet meer en meer een reflex worden zodat mensen vaker en vlotter openbaar vervoer, deelauto’s, taxi’s, deelfietsen en e-steps gaan combineren als ze zich verplaatsen. Eind 2021 komen er nog een website, app en mobiliteitscentrale bij 

Vlaanderen wil combimobiliteit, waarbij reizigers op één traject verschillende vervoersmiddelen gebruiken, stimuleren. Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters stelde op 23 juli 2020 het nieuwe mobiliteitsmerk ‘Hoppin’ voorHoppin verzamelt alle beschikbare mobiliteitsoplossingen in één herkenbaar concept en creëert op die manier de komende jaren een herkenbaar netwerk van mobipuntenDe minister reserveert 105 miljoen euro voor zo’n 1000 mobipunten. Onder de paraplu van Hoppin komen verder nog een website, een app en een mobiliteitscentrale. Die moeten eind 2021 klaar zijn.  

Combineren voor meer vrijheid 

Elk knooppunt van vervoersmogelijkheden, nabij voldoende vervoerpotentieel, komt in aanmerking als mobipunt. De vervoerregioraad neemt de regierol op voor de (inter)regionale mobipunten, de lokale overheid voor de lokale en buurtmobipunten. Met Hoppin worden alle beschikbare mobiliteitsoplossingen onder één noemer gebundeld. Die uniformiteit moet mensen helpen om hun weg te vinden in het complexe aanbod van vervoersopties  

Hoppin zorgt met een nieuw logo ook voor herkenbaarheid in de straat zodat reizigers gemakkelijk zien waar ze gemakkelijk kunnen overstappen of informatie vinden over combinmobiliteitRuim 785 van de 1000 mobipunten zullen bovendien buurtmobipunten zijn. Met een financiering van 100% wil de Vlaamse overheid vooral steden en gemeenten aanmoedigen om zulke buurtmobipunten aan te leggen. Combimobiliteit moet meer en meer een reflex worden zodat mensen vaker en vlotter openbaar vervoer, deelauto’s, taxi’s, deelfietsen en e-steps gaan combineren als ze zich verplaatsen. 

E-hubs 

Aanvullend op de nieuwe Hoppin-mobipunten loopt er in Leuven ook een project met e-hubs. Dat zijplekken in de stad met elektrische deelfietsen en elektrische deelauto’s. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Interregprogramma Noord-West Europa van de Europese Commissie. Steden binnen dat programma kunnen rekenen op bijna 9 miljoen euro ondersteuning. Naast Leuven krijgen ook NijmegenArnhem, Amsterdam, Manchester, Dreux en Kempten e-hubs. Al deze proefsteden verzamelen kennis die andere steden en gemeenten straks ook kunnen gebruiken in hun mobiliteitsbeleid. 

Over de wenselijke voorzieningen voor fietsers aan dergelijke hubs en knooppunten voerde Fietsberaad Vlaanderen eerder al onderzoek.

Dit vind je zeker ook interessant

Rapport

Rapport Beveiligd fietsparkeren 

Rapport

Rapport Een fietsdeelsysteem voor de vervoerregio’s

Nieuws

Elke gemeente moet fietsdenken