Steeds meer gemeenten kiezen voor het aanleggen van een fietsstraat. Vorig jaar, op 1 juli 2021, hadden 177 steden en gemeenten één of meerdere straten aangeduid als “fietsstraat”. Het voorbije jaar kwamen er 21 nieuwe gemeenten bij. “Vandaag hebben maar liefst 198 steden en gemeenten minstens één fietsstraat. Dat is een goeie zaak. Hiermee geven lokale besturen extra zichtbaarheid en ruimte aan de fietsers. Dat kan een extra stimulans zijn om voor de fiets te kiezen”, zegt Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters. In een fietsstraat geldt een maximumsnelheid van 30 km/u en mag gemotoriseerd verkeer het fietsverkeer niet inhalen. Twee op drie gemeenten heeft dus zo’n fietsstraat.
Vlaanderen telt 619 km fietsstraten
Het invoeren van een fietsstraat werd in 2012 wettelijk mogelijk gemaakt. De stad Gent testte het concept in “Visserij”, die in 2011 meteen ook de eerste fietsstraat in België was. Vanaf 2012 konden ook andere steden en gemeenten een fietsstraat invoeren. In 2019 werd de regeling verruimd naar een fietszone, waar dezelfde regels gelden als in een fietsstraat. De kern van Kortrijk werd de eerste fietszone op 1 juni 2019.
Fietsberaad Vlaanderen berekende op basis van gegevens uit OpenStreetMap dat 10 jaar na de invoering van het concept “fietsstraat”, ruim 66% van de gemeenten één of meerdere straten als fietsstraat heeft ingericht. In totaal gaat het in Vlaanderen over 619 km. Brussel en Wallonië hebben minder fietsstraten. In Brussel is er 27,3km fietsstraat, Wallonië telt 23,4 km. In de cijfers zijn ook gemeenten begrepen die het de beslissing tot invoeren hebben genomen, maar de komende maanden de fietszone effectief met borden zullen invoeren. OpenStreetMap is een online community die gegevens over straten omzet in geografische data en kaartmateriaal.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters: “2 op 3 Vlaamse gemeenten heeft gekozen om een fietsstraat of fietszone in te richten. Fietsverkeer kan er een centrale plaats innemen op de rijbaan. Daardoor is de fietser niet alleen een actieve maar ook een erg zichtbare weggebruiker. Het is een maatregel die de capaciteit en de veiligheid voor de fietsers vergroot en zo mensen kan stimuleren om de fiets te nemen naar het werk, de school of de winkel.”
Provincie Antwerpen telt meeste fietsstraten
De gemeente met het grootste aantal fietsstraten (uitgedrukt in kilometer) is Leuven, met 29,6 km fietsstraat. Leuven wordt gevolgd door Mechelen (25,4 km) en Deinze (18,6 km). In de provincie Antwerpen heeft 82% van de gemeenten een fietsstraat, in Oost-Vlaanderen is dat 65%, gevolgd door Vlaams-Brabant (62%), West-Vlaanderen (59%) en Limburg (55%).
Provincie | Antwerpen | Limburg | Oost-Vlaanderen | Vlaams-Brabant | West-Vlaanderen |
Aantal gemeenten met fietsstraat | 58/70 (83%) | 23/42 (55%) | 39/60 (65%) | 40/65 (62%) | 38/64 (59%) |
Top 3 | Mechelen
(25,4 km) |
Tongeren (8,9 km) |
Deinze (18,6 km) |
Leuven
(29,6 km) |
Kortrijk
(13,6 km) |
Antwerpen
(16,8 km) |
Hasselt (7,1 km) |
Gent (16,6 km) |
Diest
(15,8 km) |
Zwevegem
(8,9 km) |
|
Bonheiden
(14,2 km) |
Genk (4,8 km) |
Sint-Niklaas
(5,2 km) |
Halle
(8 km) |
Middelkerke
(8 km) |
Meer fietsverkeer dan autoverkeer
Vorige jaar voerde Fietsberaad Vlaanderen nog onderzoek uit naar het functioneren van fietsstraten. Een goed fietsklimaat hangt samen met de aanwezigheid van voldoende fietsers en een beperkt aandeel gemotoriseerd verkeer. 500 à 1000 fietsers per dag lijkt volgens het onderzoek een minimum. In ideale omstandigheden overtreft het aantal fietsers het aantal gemotoriseerde voertuigen. Toch is dat geen absolute vereiste, omdat net het invoeren van de fietsstraat mee deel kan uitmaken van de lokale strategie om tot meer fietsverkeer te komen. Daarvoor kan een lokaal bestuur ook bijkomende maatregelen nemen om (de impact van) het aanwezige gemotoriseerd verkeer te beperken (zoals een circulatieplan, een parkeerbeleid, enz). De belangrijkste knelpunten die weggebruikers aangeven bij het functioneren van fietsstraten, zijn het inhalen van fietsers, te veel en te hardrijdende motorvoertuigen én hinder door parkeerbewegingen of laden en lossen. Uit de bevraging van Fietsberaad Vlaanderen blijkt verder dat zowel fietsers als niet-fietsers het hinderlijk vinden als er veel motorvoertuigen achter de fietsers moeten blijven.
Het grote voordeel van de fietsstraat is dat het fietsverkeer een centrale plaats kan innemen op de rijbaan. Daardoor is de fietser niet alleen een actieve maar ook een erg zichtbare weggebruiker geworden. Een aangepaste aanleg kan ervoor zorgen dat de regels in een fietsstraat op een vanzelfsprekende manier worden gerespecteerd.