Fietsers blijven niet ongestraft


In de Federale Kamer werd Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden bevraagd over de mate waarin ook het fietsverkeer gecontroleerd en beboet wordt. Uit het antwoord van de minister, op vraag van Michel De Maegd (MR), blijkt dat er jaarlijks ongeveer 12.500 boetes ten aanzien van bestuurders van een (elektrische) fiets worden uitgeschreven. Het aantal uitgeschreven boetes daalde ten opzichte 2019 (16.602) en 2020 (14.953). Dat zijn ongeveer 34 inbreuken per dag.

Technische gebreken aan de fiets (2.563; voornamelijk ontbreken van verlichting, reflectoren, fietsbel), negeren van verkeerslichten (2.064) en get gebruik van de gsm (1.770) vormen de top 3 van de inbreuken die beboet worden. De top 10 wordt vervolledigd met

  • Negeren van verbodsborden
  • Rijden zonder verlichting
  • Plaats op de openbare weg (voornamelijk niet gebruiken van fietspad)
  • Rijden onder invloed
  • Rijden zonder het stuur vast te houden
  • Voorrang
  • Vervoer van personen

Overtreedt het fietsverkeer vaker het verkeersreglement?

Uit internationaal onderzoek (er is geen onderzoek voor België) blijkt dat de meeste fietsers (93%) – net zoals de meeste bestuurders van gemotoriseerde voertuigen – zich aan de verkeersregels houden. Slechts een kleine groep (1%) vertoont onveilig gedrag en negeert bewust het verkeersreglement. Daartussen zit een groep van 6% die je als “momentumists” zou kunnen beschrijven. Deze bestuurders van een fiets willen hun inspanning om in beweging blijven beperken (“ze benutten het momentum”) en kijken of ze aan verkeerslichten bvb rechtsaf door het rode licht kunnen of negeren een verbodsbord enkelrichting waarbij ze zichzelf verzekeren van een veilig situatie door gedrag van andere weggebruikers in te schatten. Ze begaan uiteraard een overtreding.

Sommige wegbeheerders kiezen ervoor om in deze situaties een uitzondering toe te staan voor het fietsverkeer. Het beperkt eenrichtingsverkeer is in veel enkelrichtingsstraten de standaard. Wegbeheerders moeten uitdrukkelijk motiveren waarom ze het fietsverkeer niet in beide richtingen toelaten. Ook aan verkeerslichten maken heel wat wegbeheerders gebruik van de verkeersborden B22 of B23 die fietsers toelaten om rechtsaf of rechtdoor te rijden bij een rood verkeerslicht, evenwel met voorrang voor overstekende voetgangers.

Specifieke regelingen bevorderen verkeersveiligheid

Beide mogelijkheden zijn in het verkeersreglement opgenomen én dragen ook bij aan de verkeersveiligheid. Fietsverkeer in tegenrichting toelaten zorgt vaak voor een kortere fietsroute, waardoor de fietser minder gevaarlijke kruisingen op zijn route heeft. Ook het oogcontact met de bestuurders die van de tegenovergestelde zijde komen, zorgt ervoor dat het kruisen veilig kan worden uitgevoerd. De vrijstelling van het rode licht bij rechtsaf of rechtdoor , waar de verkeersborden B22 en B23 worden voorzien, helpt bij het voorkomen van ongevallen met rechtsafslaand gemotoriseerd verkeer. Het fietsverkeer is dan immers al voorbij het rode verkeerslicht waardoor een potentieel conflict wordt vermeden. Op plaatsen waar het werd ingevoerd (Brussel, Mechelen, Gent, Leuven, Dilbeek,…) werd er geen verhoging van de ongevallen of de verkeersonveiligheid vastgesteld. Vlaams Minister Lydia Peeters ging in 2020 akkoord om deze borden – onder voorwaarden – ook te voorzien op gewestwegen.

Fietsen onder invloed van alcohol

Voor rijden onder invloed krijgen bestuurders van een fiets dezelfde bekeuring als bestuurders van gemotoriseerde voertuigen. Ook fietsers moeten hun rijbewijs (voor de auto) inleveren, als ze daarover beschikken en de politie dat oplegt. In sommige landen wordt het fietsverkeer anders benaderd bij overtredingen op rijden onder invloed en zijn de boetes lager dan voor bestuurders van een motorvoeruig. Zo mag je in Nederland als bestuurder van een fiets een glaasje meer op hebben en is de kleinste boete 200 € in plaats van 300 € voor een bestuurder van een motorvoertuig.

Ook de amazone-zit (iemand achterop de fiets vervoeren met de benen aan één zijde van de bagagedrager) is in het Nederlandse verkeersreglement niet verboden, in tegenstelling tot de Belgische wegcode.