De Vlaamse Regering keurde op vrijdag 26 februari 2021 het plan goed om de lokale besturen te ondersteunen bij hun investeringsprojecten in fietsinfrastructuur. Deze projectsubsidie van 150 miljoen maakt deel uit van het relanceplan “Vlaamse Veerkracht”.
De subsidieregeling houdt in dat elke gemeente recht heeft op 1 euro voor elke 2 euro die ze zelf investeert. Het totaalbedrag (150 miljoen euro) wordt verdeeld a rato van het inwonersaantal. Voor elke gemeente is er dus een trekkingsrecht voorzien van ongeveer 22€ per inwoner. Lokale besturen die zelf 44€/inwoner investeren in hun fietsinfrastructuur, kunnen het bedrag dus volledig ontvangen. De uitkering van de subsidie loopt via het Agentschap Binnenlands Bestuur. Onderaan dit bericht vindt u een lijst met het bedrag per gemeente.
Drie soorten projecten
De investeringsprojecten moeten betrekking hebben op nieuwe of verbeterde fietsinfrastructuur, kunnen niet samengaan met andere subsidieregelingen voor fietsinfrastructuur (zoals voor het BFF, het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk) én moeten liggen op het lokale wegennet.
Het BVR formuleert fietsinfrastructuur in brede zin, en stelt drie types projecten voor:
- de aanleg, heraanleg of herinrichting van fietsinfrastructuur;
- het duurzaam en structureel onderhoud van bestaande fietsinfrastructuur;
- de aanleg van kunstwerken die een onderdeel vormen van de fietsinfrastructuur.
Investeringen op wegen die onder het beheer van het Vlaamse Gewest vallen, komen dus niet in aanmerking voor deze subsidie.
UPDATE: De website van het agentschap Binnenlands Bestuur verduidelijkt verder welk type van projecten in aanmerking komt.
Welke kosten komen in aanmerking?
In het BVR is opgenomen welke kosten in aanmerking komen voor de projectsubsidie:
- de aanpassing aan kruispunten of rotondes ingevolge de inpassing van de fietsinfrastructuur ter hoogte van de uitmondende zijstraten;
- de aanleg en de uitrusting waar nodig van gelijkvloerse en ongelijkvloerse fietsoversteekplaatsen;
- de verlenging van dwarse duikers of onderbruggingen onder de fietsinfrastructuur;
- als dat voor de aanleg of de verbetering van de fietspaden noodzakelijk is, de aanpassing, verplaatsing of nieuwe aanleg van een waterafvoersysteem voor hemelwater dat kan bestaan uit bermsloten, daarin begrepen de duikers, draineersleuven of RWA-rioolleidingen, met inbegrip van toebehoren. In het geval van nieuw aan te leggen RWA-rioolleidingen komt alleen het deel van de kosten in aanmerking in verhouding tot de waterafvoer afkomstig van het fietspad. De vernieuwing of de aanpassing van de DWA-riolering is niet subsidiabel, met uitzondering van de kostprijs voor het op de juiste hoogte brengen van de bovenbouw van bestaande inspectieputten in de verharding van de fietspaden en de levering en plaatsing van geschikte riooldeksels;
- de aanpassing, vernieuwing of aanleg van de openbare verlichting in functie van de realisatie van de fietsinfrastructuur;
- studie en ontwerp, voor zover die leiden tot een effectief uitgevoerd project en niet gebeuren door eigen personeel van de gemeente;
- onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de fietsinfrastructuur;
- de niet-aftrekbare belasting over de toevoegde waarde.
De brede formulering laat o.i. ook de volledige (her)aanleg van fietsstraten en fietsparkeervoorzieningen toe. Het plan komt uiteraard ook tegemoet aan de nood voor meer verkeersveiligheid voor fietsers op het lokale wegennet.
Hoe verloopt de toekenning van de subsidie?
De betaling verloopt in twee schijven. Uiterlijk in op 30 september 2022 moeten gemeenten hun project aanmelden. Daarna wordt een kwantitatieve inschatting gemaakt (hoeveel kost het geheel aan projecten) en kunnen lokale besturen tot 80% van de subsidie als voorschot ontvangen, wanneer de opdracht is gegund. Na de volledige werken en het voorleggen van de facturen kan het saldo opgevraagd worden.
De investeringen zouden voor 2025 moeten voltooid zijn, volgens het streven van de Vlaamse Regering. Gemeenten zijn vrij om op het aanbod in te gaan.
Webinar
De corona-crisis deed veel mensen overstappen naar de fiets, en dat effect willen de Vlaamse Ministers Somers en Peeters, die het plan samen uitwerkten, graag verduurzamen. Deze projectsubsidie aan de lokale besturen komt bovenop het engagement van de Vlaamse Regering om haar eigen fietsinvesteringsbudget zowel in 2021 als in 2022 op te trokken tot 335 miljoen euro per jaar.
Het moet de ambitie ondersteunen om Vlaanderen verder te laten uitgroeien tot een echte fietsregio te maken, waaraan alle overheidsniveaus meewerken.
UPDATE: Fietsberaad Vlaanderen en VVSG organiseren op de VVSG-Ronde van Vlaanderen een sessie om lokale besturen op weg te zetten om goede projecten in te dienen én om goede praktijken aan te bevelen.
Op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur is er hier ook al heel wat informatie terug te vinden.