Naarmate de Vlaming meer fietst, formuleert hij de verwachtingen over degelijk fietsbeleid ook sterker. Dat is de belangrijkste conclusie uit het opvallend cijfermateriaal van FietsDNA, een tweejaarlijks onderzoek van Fietsberaad Vlaanderen. De vraag naar bredere fietspaden en kwalitatievere fietsenstallingen klinkt steeds luider. De deelfietsen winnen aan terrein.
De basis
9 op 10 Vlamingen heeft toegang tot een (deel)fiets. Met een stijging van het fietsverkeer (1%) delen we een tweede plaats met Denemarken. Enkel Nederland doet het beter in Europa. Het fietsaandeel in het woon-werkverkeer nam toe van 15 (2017) naar 18% (2019). In 2018 werd de vraag ‘Waarom fietsen wij?’ beantwoord met ‘snel en gezond’, ‘milieuvriendelijk’ en ‘vanzelfsprekend’. Dat laatste wordt in de nieuwe bevraging vervangen door ‘goedkoop’ en ‘snel’. De Vlaming erkent steeds meer het gemak van de fiets, het fietsen wordt daarmee minder ‘idiologisch’ gekleurd.
De sleutel is infrastructuur
In Vlaanderen blijven de verschillende overheden sterk investeren in fietsinfrastructuur. Maar in vergelijking met 2018 verwacht de Vlaming meer. Ze zijn kritisch en formuleren hun verwachtingen steeds sterker. Die blijven enerzijds gefocust op het investeren in een betere fietsinfrastructuur, anderzijds is er de duidelijk geformuleerde vraag naar betere fietsvoorzieningen met de nadruk op degelijke fietsenstallingen. Er is duidelijk vraag naar veiligere kruispunten, beter afgestemde verkeerslichten en meer kwalitatieve, vrijliggende fietspaden. Vooral de breedte is een aandachtspunt. 6 op 10 Vlamingen vindt het immers belangrijk om naast elkaar op het fietspad te kunnen rijden en elkaar veilig te kunnen inhalen. Combineer dit met een stijging van bakfietsen (1 op de 10 Vlaamse gezinnen met kinderen heeft er een) en speed pedelecs en de vraag naar bredere fietspaden wordt urgent. Fietsberaad Vlaanderen pleitte er eerder al voor dat fietspaden van 2 meter breedte de norm zouden worden.
Houding tussen fietsers onderling
De Vlaming erkent duidelijk het sociale aspect van fietsen, maar is minder tevreden over de houding tussen fietsers onderling i.v.m. 2018. Fietsers kunnen het gemakkelijker maken voor elkaar door geen gsm te gebruiken, de rijrichting te respecteren en de fietslichten op te zetten.
Deelfietsen als stimulans voor meer intermodaliteit?
Het aantal Vlamingen dat gebruik maakte van een deelfietssysteem kende een enorme stijging: van 2% in 2018 naar 9% in 2020. In vergelijking met 2018 hebben heel wat aanbieders hun vloot fors uitgebreid. De deelfietsaanbieders (Blue-bike, Cloudbike,
Donkey Republic, Mobit en Velo Antwerpen) beheren samen 8000 deelfietsen. Elke fiets wordt per dag gemiddeld 4,5 keer gebruikt. Deze cijfers dateren weliswaar van voor de coronacrisis, maar het ziet er naar uit dat veel Vlamingen de deelmobiliteit snel zullen (her)ontdekken. De deelfiets wordt een belangrijk onderdeel van het mobiliteitssysteem, vooral in stedelijke regio’s én in samenspel met het openbaar vervoer. Toch blijkt de combinatie niet altijd een evidentie. 7 op de 10 Vlamingen maakte nog nooit de combinatie openbaar vervoer-fiets, een status quo ten opzichte van 2018.
Kwalitatieve fietsenstallingen, waarmee de Vlaming doelt op meer bewaking én menselijke aanwezigheid, kunnen daaraan tegemoet komen. Het merendeel van de fietsenstallingen is vandaag te vrij toegankelijk voor de toevallige passant.
Alle cijfers zijn terug te vinden in deze brochure.
De volledige dataset kan u hier terugvinden.