De actieve weggebruiker: een niet te onderschatten klant


Het Platform Binnenstadsmanagement, BRO en Movares onderzocht de relatie tussen bestedingen en (verplaatsings)modaliteit. 18 Nederlandse centrumsteden van verschillende groottes en elk een eigen focus, werden in september 2023 onder de loep genomen. Deze studie beperkt zich niet tot enkel boodschappen doen, maar neemt ook cultuur, diensten, horeca, mode en vrije tijd mee. De conclusie bevestigt wat een aantal (kleinschalige) studies in het verleden ook al konden voorleggen: fietsers en voetgangers geven veel meer uit dan je denkt.

Achtergrond

De studie ‘Relatie bestedingen en modaliteit’ is in het leven geroepen om een aantal gaten in het onderzoeksveld rond het onderwerp te vullen. Er is in het verleden al academisch werk verricht om te achterhalen of er een eenduidige relatie is tussen het vervoersmiddel dat je neemt om naar een bepaald centrum te gaan, en het bedrag dat je daar uiteindelijk besteedt. Veelal vonden de onderzoeken plaats in de Verenigde Staten en zijn de resultaten moeilijk of slechts deels door te trekken naar het Nederlandse grondgebied. Anderzijds waren verschillende onderzoeken al gedateerd, of waren ze te eenzijdig gericht op een bepaald momentum, of enkel op een bepaalde sector (bijvoorbeeld enkel detailhandel).

Methode

Het onderzoeksconsortium werkte voornamelijk met enquêtes afgenomen op straat. Deze werden aangevuld met data uit dezelfde enquête die gedeeld werd op sociale media en via QR-codes in winkels, en met resultaten van een aparte vragenlijst voor burgerpanels. Er werden dus geen financiële gegevens van winkels, restaurants of andere ondernemingen geraadpleegd of gelinkt aan de verplaatsingsmodaliteit van bezoekers. De vraagstelling uit de hoofdenquête focust onder meer op de herkomst van bezoekers, reistijd, frequentie van bezoek en vervoersmiddel. Verder werd gekeken naar leeftijd en besteding. Bijkomende vragen hadden een (nog) meer kwalitatieve insteek, en polsten naar gedrag van bezoekers en hoe zij (de invloed van) bepaalde maatregelen ervaren.

Resultaten

Uit de studie komen zeven belangrijke conclusies naar voor:
• Voetgangers bezoeken centra het vaakst (7,4 maal/maand), gevolgd door de scootmobiel (6,7), de fiets (5,7) en de elektrische fiets (5,3)
• De bezoekfrequentie hangt samen met de aard en verzorgingsfunctie van het centrum: centra met focus op boodschappen doen, worden vaker bezocht dan centra met focus op recreatief winkelen
• De langste verblijfsduur door bezoekers is in combinatiebezoek auto/openbaar vervoer
• Automobilisten besteden per bezoek het meest. Zij blijven gemiddeld langer tijdens hun bezoek, en kunnen grotere aankopen doen omdat ze deze gemakkelijker kunnen vervoeren.
• De reistijd is vaak bepalend bij de vervoersmiddelkeuze, verblijfsduur, bestedingen en bezoekfrequentie: hoe langer de reistijd, hoe hoger de kans dat men de auto neemt, hoe langer de verblijfstijd en hoe hoger het bedrag dat men uitgeeft.
• Gemak, efficiëntie, duurzaamheid en gezondheid zijn bepalend voor de keuze van het vervoersmiddel. Voor bezoekers die dicht bij het centrum wonen, is het veel gemakkelijker te voet of per fiets te gaan dan met de auto. Anderzijds is het veel gemakkelijker de auto te nemen wanneer grote aankopen worden gedaan.
• Voetgangers en fietsers zijn belangrijk voor bestedingen in de centra. Per bezoek geven deze groepen minder uit, maar gezien ze meerdere malen per maand naar de centra gaan, komt hun totaalomzet op de langere termijn hoger uit dan de totaalomzet bij automobilisten en openbaar vervoergebruikers, die minder vaak naar de centra gaan. Frequentie is in deze dus belangrijker dan bedrag.

Toekomst/evaluatie

Het onderzoeksconsortium is deze studie niet gestart als eenmalige case. De verschillende partijen willen de resultaten verder verdiepen en linken aan bijvoorbeeld omgevingsfactoren. Het doel zal in de toekomst zijn om het beleid beter te kunnen afstemmen op de factoren. De studie zal elk jaar herhaald en de conclusies gemonitord worden.

Bedenkingen/onopgeloste vragen

Uit de studie blijkt dat mensen die te voet en per fiets komen naar het centrum, dit respectievelijk gemiddeld 7,4 keer per maand en 5,7 keer per maand doen. Voor de autogebruiker ligt dit een pak lager: slechts één keer per week. Als men de bestedingen gaat bekijken, houdt men in deze studie slechts rekening met maximaal vijf bezoeken per maand. Een aantal bestedingen van de actieve weggebruiker wordt dus niet meegerekend in de omzetcijfers. In de volgende studies kan dus best naar een manier gezocht worden om de onbetrouwbare factor ‘geheugen’ weg te werken zodat alle aankopen kunnen worden meegerekend.
Het document op zichzelf is geen evaluatie van een bepaald beleid binnen de onderzochte gebieden, en legt slechts zachte linken met bepaalde politieke beslissingen, zoals parkeertarieven of voetgangerszones. Dit is ook niet het opzet van de studie, maar wel een kans voor de toekomst. Dit wordt deels ondervangen in hun ambitie om het onderzoek te herhalen.

Initiatiefnemer en betrokken partijen

Ingenieursbureau Movares, kennisorganisatie Platform Binnenstadsmanagement, ruimtelijk adivesbureau BRO

Wijze van financiering

De studie werd gefinancierd door de betrokken partijen zelf

Dit vind je zeker ook interessant

Nieuws

Blue-bike krijgt 1 miljoen euro extra