Fietsparkeerdruk als gewenst probleem


Schepenen en burgemeester op de fiets

Het fietsparkeercongres vond dit jaar plaats aan de Leuvense vaart. David Dessers is sinds een jaar schepen van mobiliteit van de stad Leuven en is trots op de nieuwe coalitie van SP.A, Groen en CD&V, die nog meer inzet op fietsmobiliteit in de stad. Zo werd een dienstwagen voor het college afgeschaft en rijden alle schepenen en de burgemeester nu met de fiets door Leuven.

David Dessers: “Ook de andere gemeenteraadsleden maken duidelijk deel uit van een nieuwe generatie politici die allen met de fiets komen. Dat is ook goed voor het fietsperspectief: waar zijn de knelpunten, waar is het aangenaam? Je moet het als fietser zelf ervaren. Daarom is het nieuwe fietsteam bij de Leuvense politie, nu sinds twee jaar, ook een goede zaak. Bovendien zijn agenten op een fiets veel aanspreekbaarder dan in een combi of op een motor. En is politie, in een stedelijke omgeving, sneller op de fiets dan met een ander vervoersmiddel.

Bijna de helft meer fietsers dankzij verkeerscirculatieplan

Sinds 2016 heeft Leuven een verkeerscirculatieplan dat ontstond uit één van de vele burgerinitiatieven. Na drie jaar blijkt dat er 44 procent meer fietsers zijn en 20 procent minder auto’s. Het werpt dus duidelijk zijn vruchten af. En in de binnenstad telt de stad nu voor elke auto een fiets, een mooie modal split en een goede evolutie.  De stad Leuven is nu bezig met het ontwerpen van mobiliteitsplannen voor de deelgemeentes. Daar bovenop brengt een stijging van het aantal fietsers ook nieuwe uitdagingen met zich mee: zoals meer conflicten met voetgangers, maar ook een gebrek aan stallingen.

David Dessers: “De NMBS is momenteel een grote fietsenparking aan het bouwen vlak voor het station, voor 4000 extra fietsen. Het station van Leuven heeft nu al twee grote fietsparking, samen goed voor 6000 stallingen. Met de 4000 nieuwe plaatsen die erbij komen, zitten we dan aan meer dan 10.000 stallingen aan het station. Verder zal Leuven blijven investeren in bijkomende fietsenstallingen. We bekijken ook hoe we autoparkeerplaatsen kunnen vrijmaken voor fietsenstallingen en hoe we daar een draagvlak voor kunnen creëren. En daarnaast vind ik dat je geen fietsstad kan zijn zonder er af en toe een gezellige hoop fietsen bij de te nemen. Wanneer ik dan een zoveelste klaagzang hoor over te veel fietsen, denk ik wel eens: mens, erger je niet.”

Compacte stad, hoge ambitie

Tim Asperges is expert-adviseur mobiliteit bij de stad Leuven en bevestigt dat Leuven een echte fietsstad is. Bijna de helft fietst naar school of het werk en ook het fietsbezit ligt erg hoog. Leuven is de derde kleinste centrumstad qua oppervlakte, een compacte stad helemaal op maat van fietsers. En de ambitie van Leuven ligt hoog. Onder de vlag Leuven 2030 wil de stad binnen 10 jaar 20% minder autoverplaatsingen en dubbel zoveel fiets- en OV-verplaatsingen realiseren.

Tim Asperges: “De stevige toename van het fietsgebruik dankzij het circulatieplan wil ook zeggen dat de beschikbare ruimte voor de stilstaande fiets meer en meer onder druk staat. In de pers, de gemeenteraad, aan de toog, … wordt de fiets hoe langer hoe meer als storend afgeschilderd en er wordt nagenoeg gesmeekt om extra stallingsruimte. Die smeekbeden zijn de groeipijnen om een echte fietsstad te worden. We moeten die fietsparkeerdruk echter zien als een gewenst probleem, dat je niet zomaar kan oplossen maar dat je wel beheersbaar kan maken.”

Inzetten op een gediversifieerd aanbod van fietsparkeervoorzieningen, van lang en veilig parkeren tot kort en gemakkelijk, is het fundament van fietsparkeerbeleid. In de toekomst wil de stad nog meer inzetten op fietsparkeren in woonbuurten. Dé belangrijkste sleutel tot meer fietsgebruik is namelijk fietsbezit en een veilige stallingen aan de woningzijde is hiervoor de eerste stap. Dé olifant in de kamer is echter dat de hoeveelheid straatparkeerplaatsen voor de auto sinds de invoering van het verkeerscirculatieplan niet noemenswaardig gedaald is, terwijl het aantal fietsstallingen wel stevig toenam. Het oppervlakte-aandeel fietsstallingen tegenover autoparkeerplaatsen steeg van 2% voor het circulatieplan naar 7% er na. Dit wil echter zeggen dat de stilstaande auto nog steeds 93% van de parkeer/stallingsoppervlakte inneemt. Raken aan de (bewoners)parkeerplaats wordt nog te veel gezien als heiligschennis en dat bewoners moeten betalen voor een bewonerskaart is nog steeds vloeken in de kerk. De eerste bewonerskaart bedraagt 60 euro/jaar en de tweede 300 euro/jaar.

Tim Asperges: “De status quo van aantal straatparkeerplaatsen tegenover de stevige toename van het aantal fietsparkeerplaatsen wil zeggen dat we de voorbije jaren ruimte hebben ingenomen waar ook voetgangers, groenvoorzieningen, terrassen, evenementen, … aanspraak op maken. Ik vergelijk dit steeds met de metafoor van de broodkruimels en het brood. De voorbije jaren streden we om de broodkruimels, maar we kunnen nu niet anders dat te snijden in het brood indien we een antwoord willen bieden aan de toenemende fietsparkeerdruk zonder de voetganger in de verdrukking te rijden.”

Inzetten op combimobiliteit

Daar waar de fiets hét combivoertuig bij uitstek is (steeds in combinatie met stappen) voor de korte afstanden, zijn de diverse deelsystemen dé combivoertuigen voor de langere afstanden. Via combimobiliteit wordt openbaar vervoer concurrentieel voor de langere autoverplaatsingen.

De stad en de hele vervoersregio is bezig met de hertekening van het openbaarvervoernetwerk waarbij we meer en meer evolueren naar een overstapmodel om de noodzakelijke groei in openbaar vervoer mogelijk te maken. O.a. via het INTERREG-project ‘e-HUBs’ zal de stad de volgende jaren 50 Mobipunten op het Leuvens grondgebied realiseren. Deze Mobipunten clusteren de verschillende deelmobiliteitsdiensten waarbij Leuven zeer gericht kiest welke deelmobiliteitsdiensten zinvol zijn voor onze stad. We zijn zonder meer overtuigt van de (e-)deelauto, de (e-)deelfiets en de (e-)deelbakfiets waar staan nog heel sceptisch tegenover de free-floating e-steps die vooral binnen de comfortzone van onze voetgangers opereren.

Tim Asperges: “Kernpunt is dat we ook ruimte voorzien voor deelmobiliteitsdiensten en zeer afkerig staan tegenover de hype van ‘free floating’. Free floating suggereert immers van deur tot deur en er bestaat echt maar één vervoersmodus die dit kwaliteitslabel mag claimen: de voetganger!  Voor elke andere modus heb je wacht-, stal- of parkeerruimte nodig. Dat geldt even zeer voor deelfietsen die we moeten koesteren als aanvulling op het openbaar vervoer, maar die in een fietsstad zoals Leuven nooit een alternatief kunnen zijn voor al onze fietsverplaatsingen. Met 1.000 deelfietsen in onze binnenstad zouden we hoogstens 5% van onze huidige fietsverplaatsingen kunnen vervangen.  Met een fietsaandeel dat reeds ruim boven 40% zit, is fietsbezit daarom dé sleutel tot meer fietsgebruik. Deelfietsen zijn dan weer dé sleutel tot meer en beter openbaar vervoer.”

Dit vind je zeker ook interessant

Artikel

Modernisering van fietskluizen aan Nederlandse stations

Artikel

Fietsparkeren in Eindhoven: van beleid tot praktijk

Nieuws

Tien cijfers over fietsparkeren aan Nederlandse treinstations