In 2023 werden in België ruim 619.000 fietsen verkocht, vier procent minder dan een jaar voordien. Voor het eerst gingen meer e-bikes dan niet-elektrische fietsen de deur uit. Guy Crab (Link) brengt sinds 2019 de evolutie van de Belgische fietsmarkt in beeld.

Guy Crab baseert zijn bevindingen op cijfers van alle groothandelsmerken wereldwijd die in België verkopen, via de kleinhandel, via grotere spelers die meerdere verkoopskanalen inzetten (fysiek, online) zoals Decathlon of via direct-salesspelers zoals BizBike. ‘In het laatste kwartaal van 2022 hebben de groothandels zeer veel fietsen geleverd, die vaak al in 2021 waren besteld. Corona en leveringsproblemen hadden voor grote vertraging gezorgd. In 2023 had de kleinhandel een grote stock, de groothandel heeft 18 procent minder fietsen geleverd dan het jaar voordien,’ zegt Guy Crab. ‘Kijk je naar de verkoop aan de klant dan is die daling beperkter, tot vier procent. Er werden ruim 619.000 fietsen verkocht. De Belgische fietsmarkt is al bij al vrij stabiel.’ In 2024 wordt geen al te grote stijging van de fietsverkoop verwacht. Het slechte weer in het voorjaar en het begin van de zomer en de onzekerheid over de economische situatie en de koopkracht zorgen voor een rustige markt. Internationale studies verwachten dat er pas in 2025-2026 weer een versnelling komt.

Logische elektrische evolutie

51 procent van de in 2023 in België verkochte fietsen was elektrisch, voor het eerst is dat segment groter dan het niet-elektrische.

In Nederland is al 56 procent van de verkochte fietsen elektrisch. Guy Crab legt uit wat er onder de algemene percentages van 51 procent elektrisch en 49 procent niet-elektrisch schuilgaat. ‘75 procent van de verkochte e-bikes zijn stads- of trekkingfietsen. Speed pedelecs en elektrisch ondersteunde mountainbikes zijn elk goed voor zes procent, de e-vouwfietsen voor vier procent, de e-longtails en e-cargofietsen ieder voor 3 procent. De e-racefietsen met 2 procent en de e-gravelbikes met 1 procent zijn een nog klein maar groeiend segment. Bij de niet-elektrische fietsen is de verdeling helemaal anders. Stads- en trekkingfietsen vormen slechts 30 procent van de verkoop, kinderfietsen 21 procent. Mountainbikes zijn goed voor 20 procent, racefietsen voor 19 procent en gravelfietsen voor 7 procent. Vouwfietsen ten slotte staan voor 3 procent. Algemeen stel ik vast dat gravelfietsen duidelijk in de lift zitten, en dat segmenten als cargobikes en longtails het zeer goed doen.’ België (en vooral Vlaanderen) blijft wel een sportief fietsland. Het marktaandeel van de sportieve fiets is hoger dan 25 procent, terwijl het in Nederland amper 7 procent is. Ook het aantal verkochte speed pedelecs, bijna 18.000, was in 2023 een veelvoud van de 4000 verkochte exemplaren bij onze noorderburen. De fat bike daarentegen slaat in Nederland wel aan, in België niet.

Duurdere fiets

Het succes van de e-bike en de populariteit van nieuwe technologieën zoals schijfremmen, elektronische of automatische versnellingen zorgen ervoor dat de omzet van de fietssector lang niet zo sterk afnam als het aantal verkochte fietsen. De gemiddelde kostprijs van een fiets was 1915 euro in 2023, tegenover 1773 euro in 2022. Amper vijf jaar geleden was dat nog maar 1244 euro. Guy Crab: ‘Een fiets gekocht bij de kleinhandelaar kostte in 2023 gemiddeld 2103 euro, bij de multichannel- en direct-salesspelers was dat heel wat lager, 1559 euro. In de kleinhandel zijn 59 procent van de verkochte fietsen elektrisch, bij de multichannel en de direct sales is dat minder dan een derde. Klanten kopen een duurdere fiets nog altijd het liefst bij de kleinhandelaar omdat ze de garantie van een goede service willen als er problemen opduiken of voor reparaties. De multichannel- en direct-salesspelers weten dat en hebben de kwaliteit van hun service de voorbije jaren flink opgekrikt. Maar de klant die een duurdere fiets koopt, geeft nog vaak de voorkeur aan de kleinhandelaar.’