Fietsparkeren bij stations: advies Fietsberaad Vlaanderen

Fietsen is één ding, je fiets veilig en comfortabel achterlaten en stallen een ander. Samen met de groei van het fietsverkeer in Vlaanderen neemt ook de stallingsbehoefte voor fietsen toe. Fietsers willen hun fiets met een gerust hart kunnen achterlaten en onbeschadigd terug aantreffen. Jaarlijks worden 35.000 aangiftes van  fietsdiefstallen gedaan. Goede én veilige stallingsfaciliteiten kunnen helpen om de angst de fiets te verliezen bij mensen weg te nemen. Met de toenemende vraag naar fietsparkeervoorzieningen, is het voor stallingsuitbaters ook een uitdaging om de capaciteit op peil te houden en nieuwe beheersstrategieën te ontwikkelen.

Daarom lanceerde Fietsberaad Vlaanderen het onderzoek “Fietsparkeren aan mobiliteitsknooppunten”. Samen met steden en gemeenten, de Vlaamse overheid, de vervoersaanbieders (NMBS, De Lijn) en de Fietsersbond ging Fietsberaad Vlaanderen na welke fietsparkeerbehoeften er zijn aan de verschillenden knooppunten, wat fietsende klanten van de trein, tram of bus standaard zouden mogen verwachten en hoe het fietsparkeren efficiënt en kostenbewust kan evolueren.
Tijdens het onderzoekstraject kwam de problematiek van fietsparkeren rond knooppunten op een erg ruime manier aan bod.
Het traject focuste op het ontwerp, het beheer en de organisatie, de capaciteit en nieuwe technologische ontwikkelingen of mogelijkheden binnen het fietsparkeren zelf. De problematiek van weesfietsen – die weliswaar sterk verbonden is met het fietsparkeren aan knooppunten – is minder uitgewerkt en verdient in de toekomst verder onderzoek. We hebben ervoor gekozen om te beginnen aan de basis: kwaliteitsvolle en diefstalveilige parkeerplekken voor fietsen.
Het eindresultaat van het onderzoek bestaat uit drie delen: (1) VISIE, (2) AAN DE SLAG en (3) TOOLS en kan je in bijlage terug vinden.
  • Deel één, VISIE, inventariseert eerst de huidige manier van werken en de behoeften van fietsers. Vervolgens geeft het aan hoe een nieuwe visie op fietsparkeren aan knooppunten aan de behoeften van fietsers kunnen tegemoetkomen én waarmee vervoersaanbieders hun reizigers beter zouden kunnen bedienen. Vanuit deze visie maken we ook de vertaalslag naar concrete typologieën van stallingen op het terrein.
  • Het tweede deel, AAN DE SLAG, focust op de toepassing van de verschillende stallingstypologieën door steden en gemeenten en vervoersaanbieders of knooppuntontwerpers.
  • Het laatste deel TOOLS reikt een aantal concrete instrumenten en schema’s aan waarmee je aan de slag kan.